Okonjima, wilde katten
10 Maart 2014 | Namibië, Windhoek
Vanuit de safari jeep waren ze niet te vinden, daarom lopen we, twee gidsen en acht toeristen dwars door het hoge gras en tussen de bosjes. De jeep laten we achter. We volgen exact de voetsporen van de gids, op deze ongeplande wandelsafari. Toch wel een beetje onzeker, overal kunnen slangen, luipaarden of andere onbekende gevaren zitten. De gids volgt zijn radio richting zoeker. Steeds dieper tussen de bosjes en steeds verder van de wagen.
De dieren van de foundation hebben allemaal een nekband met zendertje om. Het zendertje zend continue een signaal uit, ieder dier zijn eigen frequentie, bereik hiervan is ongeveer anderhalve kilometer en het territorium van een wilde kat beslaat makkelijk vijftien vierkante kilometer. Het spel is dus om rond te rijden in een gebied tot er een signaal te horen is, en dan met een richtingzoeker kijken in welke richting het signaal het sterkste is en dan in die richting te gaan zoeken. Het lijkt dus zeer eenvoudig om een bepaalde kat te vinden, maar de praktijk is lastiger. De kat ligt niet stil, dus de richting verandert, er zijn natuurlijk nooit wegen in de richting welke je op wil en het gebied is niet vlak. Zodra de kat achter een heuvel zit is het signaal ook weg.
Het lijkt zo simpel, een tracking device, maar uiteindelijk is dit alleen maar een richtingzoeker met een zeer beperkte actieradius. Geen Google maps met een GPS signaal van meerder zendmasten, zoals in onze smartphone's en ook geen satelliet positie bepaling zoals in mijn sport horloge of Garmin. Dit is een richting, ongeveer, zwak, steeds bewegend, en niet rechtstreeks te bereiken. De radio richtingzoeker is in de nautische navigatie al bijna dertig jaar niet meer in gebruik, te onnauwkeurig, onzeker.
Het uitrusten van een satelliet positiebepaling in een nekband is simpel, maar het probleem is hoe je de positie bij de gids krijgt, daarvoor heb je een telefonie netwerk nodig, en juist dat is hier niet. En een telefoon heeft ook een grote batterij nodig, je kan niet de kat zijn nekband iedere dag opladen zoals onze telefoon. Dus de radio richtingzoeker, een achterhaalde techniek, maar hier waarschijnlijk de enig werkende. Een zendertje gebruikt vrijwel geen energie dus hoeft de nekband maar een keer per twee jaar vernieuwd te worden en met wat geduld is de kat te vinden.
Dus is het spel, vind de kat, nog steeds leuk. Niet zo spannend als met echte wilde katten, zonder nekband, zoals in Etosha, maar het blijft zoeken zonder garantie. Een luipaard vinden in Etosha lukt vrijwel nooit, een Cheetah met veel geluk soms. Hier is de kans wellicht 50% of meer. Met een exacte positie zou het weer een soort dierentuin worden, dit is een mooie tussenvorm.
En deze cheetah verstopt zich midden in een gebied waar de jeep niet kan komen, dus lopen we. De eerste keer spotten we ze op vijftig meter, we maken foto's, dan lopen we dichterbij, maken meer foto's, dan mogen we toch nog dichterbij. Op vijftien meter zijn we nog steeds geen bedreiging, denkt de gids. Een cheetah kan een Koedoe van 150 kilo afmaken, maar wij schijnen geen bedreiging te zijn. We geloven de gids, maken foto's, kijken, horen ze. Moeder en kind, liggend, rechtovereind zittend. Ze zijn opzoek naar hun ontbijt, besluiten door te lopen, we volgen een stuk, maar keren uiteindelijk terug naar de wagen.
Vanuit de wagen zien we ze even later, langs het pad, de moeder zit bovenop een termietenheuvel, zoekend naar een prooi voor haar en haar jong. Geweldig gezicht.
Met de luipaard hetzelfde verhaal, richting bepalen, rondrijden, zoeken. Alleen als er een luipaard in de buurt is gaat niemand de wagen uit. Die gaan voor iedere prooi, ook een mens. We rijden door bosjes, struikjes, rivierbeddingen. Het echte "off the road" werk en vinden haar uiteindelijk bij een karkas van een Koedoe, niet vers, maar nog wel genoeg vlees op de botten om van te eten. Dat zou een cheetah nooit doen, die eet alleen vers geslacht, en laat de rest achter voor de hyena en gieren. De luipaard komt terug en eet verder.
De luipaard verdwijnt ook door de bosjes.
Het is niet het echte game drive werk, waarbij ongericht wordt rond gereden, er gekeken wordt naar tracks, geluiden van vogels, plekjes waar beesten vaker zijn gesignaleerd etcetera. Maar het levert wel prachtige beelden op van grote katten in de (semi) wildernis. Uiteindelijk zijn ze net zo imposant als ze eenmaal zijn gevonden.
En de luipaard vonden we maar vijf kilometer van de plek waar we naar de cheetah stonden te kijken en onbeschermd rond liepen in het hoge gras
-
13 Maart 2014 - 11:06
Jeroen Spierings:
GAAF :))
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley