Vallei van duizend kashba
07 November 2016 | Marokko, Ouarzazate
De zon gaat om halfzeven op, de wekker een half uur eerder. Op blote voeten, spijkerbroek en trui aan, naar buiten. De hemel is al redelijk licht, en jammer genoeg net als gisteren half bewolkt, dus zal er ook geen grootse zonsopkomst aankomen, we klimmen naar een heuveltje vlakbij de tent en wachten af. Het zand koud aan de voeten, maar de temperatuur valt mee, een zacht warm windje, je zou in een landklimaat, in de woestijn een koude nacht verwachten, maar dat valt mee. De eerste zonnestralen komen boven de bergen op afstand, en net onder het wolkendek heen. Maar daarna verdwijnt de zon alweer snel, tussen de wolken, om af en toe nog net zichtbaar te zijn.
Met het zachte ochtend zonnelicht kleurt het zand om ons heen ook zacht. Maar niet keihard rood, met scherpe zwarte schaduwranden zoals in de duinen van Namibië of van foto’s hiervandaan. De wereld kleurt zacht, niet indrukwekkend maar toch wel imponerend.
Een echte warme douche in onze tent, een ontbijt in de eettent. Daarna terug naar onze dromedarissen, op hun rug klimmen, met vier stuks achter elkaar, leider ervoor, zet de karavaan zich rustig in beweging. De beesten sloffen achter elkaar door het mulle zand, zandheuvel op en zandheuvel af, wij bewegen mee vanuit de heupen en kijken om ons heen. Op ruim twee meter hoogte uitkijken over de zacht gekleurde duinen om je heen. Geen mens, tent, auto is er te zien, alleen maar de ronde heuvels van de zandbergen, de schaduw van de zon, de dromedaris voor je, verder niets dan leegte en stilte, af en toe een nies van een dromedaris. Sloffend naderen we de bewoonde wereld.
Natuurlijk is zo’n nachtje aan de rand van de Sahara, vlakbij een toeristenstadje, en een tentenkamp met aanvoer van alle goederen over de weg, een theaterstukje of een toeristen truc. Maar zittend en schommelend op de rug, je ogen een beetje dicht, alleen de duinen om je heen, kan je toch wel bedenken hoe de tochten door de Sahara honderd jaar geleden gingen, van Mali of Timboektoe, vijftig dagen door dit soort gebied, tenten en vracht op de rug van de dromedarissen en de mens er naast lopend, in de stralende zon en temperatuur van vijftig graden. Nu zitten wij op de rug, na een goed ontbijt en filosoferen we erover, romantiseren we het. Het is een geweldige leuke ervaring, en de dromedaris geniet, van zo’n rustige tocht, er duidelijk ook van.
Van de rust van de woestijn naar de drukte van een Marokkaanse markt is twee uur rijden, van de kale steenvlakte, met hoge bergen en driehonderd meter hoge kloven, naar de eerste dorpen, naar een eerste stad. Hier vindt een keer per week de markt plaats, vanuit de weide omgeving komen de mensen op hun ezels, brommertjes en hun wagens hiernaartoe. De rest van de week hebben ze geen winkels in de buurt. Niet om te kopen maar ook niet om te verkopen.
En natuurlijk is zo’n markt zoals overal hetzelfde. Een overdekt marktterrein, stalletjes en paden er doorheen. En natuurlijk verkopen ze er alles, net als overal. Van vis, vlees, groenten, kruiden, potten en pannen tot levende kippen, geiten, ezels. En natuurlijk is het ook weer een drukte van belang, en is de lucht niet overal even lekker. En natuurlijk moet je over alles onderhandelen, er is nergens een vaste prijs. Eigenlijk hebben we in de afgelopen jaren, in alle werelddelen dit soort markten gezien en eigenlijk zijn ze overal hetzelfde en toch allemaal weer anders.
Het grootste verschil is hier dat er een grote “dadel” markt is. Vers van de bomen zijn ze hier te koop, er blijken verschillende soorten te zijn en natuurlijk zijn ze niet allemaal even rijp of zoet. Hier worden partijen van lokale boeren gekocht, verzamelt. Vooral omdat het hier nog teelt is op kleine stukjes land, iedere familie zijn eigen erfje, met een paar bomen. Er wordt hier gehandeld in dadels. Enorme hoeveelheden.
Daarnaast zijn de kruiden hier natuurlijk ook veel aanwezig, er zijn veel soorten lokale kruiden, en ze helpen allemaal ergens voor of tegen. En ze zijn allemaal lokaal, tot saffraan aan toe. Maar de plastic emmer, de kleding, de fiets en de net geslachte koe zijn hier, net als overal te koop. Het blijft fascinerend, het verschil tussen onze winkels (alles altijd te koop, verpakt, bewerkt, geprijsd) en deze markten.
We vervolgen de rit, de kale vlakte worden langzaam bergen met tussen de bergen de riviertjes en de huizen langs de rivieren. Mooie uitzichten, panoramische vergezichten, de stenen van de rivier, het groen van de palmbomen, het geel/rood van de huizen en daarboven het steen van de bergen. Kilometerslang, steeds hetzelfde en toch steeds anders. Wisselend en toch gelijk. De oudere huizen van de berber architectuur, ingedeeld in Kashba’s, met vier torens, twee torens en geen torens, wel met een muur er omheen. Ksar, huizen waarbij de buitenmuur de muur is, er geen torens zijn en de stegen tussen de woningen overdekt zijn. Het wordt ons allemaal niet helemaal duidelijk, wellicht nog eens een boek over lezen. Maar eigenlijk maakt het ook niet uit hoe het heet, wat het is, het gaat over het geheel. En dat blijft verbluffend.
Daarnaast natuurlijk ook veel nieuwbouw, twee, driehoog, traditioneel, winkel eronder, kleine ramen, met ijzeren tralies ervoor, erboven, soms af maar vaak ook nog half af, stucwerk aan de buitenkant wat nog moet gebeuren. Of schilderwerk wat opnieuw moet gebeuren.
We eindigen in een riad, een kashba, met uitzicht over de rivier, het heet hier de vallei met de duizend kashba’s. Maar als wij aankomen regent het, is het bijna donker en zijn we de enige gasten in een enorm hotel. Onze kamer, een zitruimte, dan een sanitaire ruimte en dan een slaapkamer. En daarachter een zitje met een muur van twee meter hoog, helemaal geen uitzicht. Het is donker, koud, naargeestig. Het restaurant, waar we de enige gasten zijn in een grootte ruimte is leeg, koud. En de bediening ook. Om acht uur liggen we al op bed, weinig of eigenlijk geen uitzicht. Kaal en koud.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley