Oman; Een wandeling door de tijd
17 Februari 2020 | Oman, Masqat
Een klein restaurant direct boven de ingang van de souq in Matrah. Een paar tafeltjes, plastic kleedjes met een papieren placemat en een grote fles water. De bekende gerechten, een yoghurt salade met komkommer, kruiden en wat granaatappel pitjes. Een fattoush salade, gebakken stukjes pitabrood met verschillende groenten en tomaten. Vier kebabs met wat patatjes. Gerechten welke ook allemaal in Nederland te koop zijn. Ze lijken bijna onderdeel te zijn van onze cultuur maar komen uit de Arabische, Libanese of Perzië keuken. En hier met dit uitzicht smaken ze veel beter.
Beneden ons krioelt het op de boulevard van de toeristen. Ze komen allemaal van het cruiseschip wat aan de overkant van de haven ligt. Een paar honderd in allerlei soorten en maten, welke in een paar uur deze stad moeten bekijken. Deze markt is de belangrijkste trekpleisters van deze stad waar ze dus ook met busladingen naartoe worden aangevoerd. Daar lopen ze door de kleine, overdekte straatjes. De winkeltjes gevuld met stof, volgens de verkopers allemaal kasjmier. Prachtige jurken, vol kleuren, borduurwerk en kraaltjes. Souvenirwinkeltjes vol met lampjes, sieraden en prullaria zo weggelopen uit de duizend en één nachten sprookjes.
De handelaren proberen te overtuigen om te kopen, niet agressief, eerder gemoedelijk spreken ze iedereen aan, maar volgen ze niet. Er komen er immers altijd meer.
Wij zijn wakker geworden in een hotelkamer, op de derde verdieping, van een hotel vijf kilometer van de haven. Midden in Ruwi, het oude business district van Muscat. Een grote kamer, met een klein bureau, een bank en donkerhout kasten. Een grote TV naast een raam met dichte gordijnen ervoor, hierachter het volgende gebouw op vijf meter afstand.
Op de gang zakken we tot de enkels in het tapijt om daarna in de vestibule en het restaurant te verdwalen in wit, glimmend marmer in enorm ruimtes.
Buiten lopen we eerst door en winkelgebied, little India, een gebied waar veel Indiërs leven. Elektronica, gouden sieraden en kledingwinkeltjes is alles wat er te zien is.
Daarna gaat het over in een wijk vol bankgebouwen en kantoren met daartussen vierbaanswegen en parkeerterreinen. De kleuren van de gebouwen zijn zandkleurig, wit of licht grijs, met kleine ramen. Op de achtergrond zien we de ruwe stenen bergen, grijs en grauw gekleurd. De auto’s zijn allemaal wit om de hitte in de zomer buiten te houden. Het enige wat kleur geeft aan deze omgeving zijn de geel-zwart geblokt stoepranden bij iedere onderbreking in het hoge trottoir. En iedere vijftig meter is er wel een.
Ondanks de lekkere temperatuur is het lopen hierdoor een soort zwetende fitness oefening geworden. En zo weten we ook dat we altijd voorrang moeten geven, maar eigenlijk begrijpen dat we hier niet horen. De straten zijn leeg, niemand anders loopt hier. Alles is gebouwd om je met de auto te verplaatsen, vrijwel geen stoplichten, brede wegen en zonder files. Een lelijk gebied, onbegaanbaar in de zomerhitte en nu slecht te belopen door de continue onderbrekingen.
Zonder kaart lopen we zo naar het toeristengebied, bezoeken een museum van een paar kamers. Een kleine kunstgalerij en lopen langs de boulevard. De haven (Mina Qaboos) is in de jaren zeventig gebouwd, vroeger een vissershaven in een natuurlijke baai nu is het de haven van Muscat geworden. En het was ook mijn eerste kennismaking met Arabische wereld, begin tachtiger jaren. Ik zat waarschijnlijk op hetzelfde terras. Maar de markt was er toen alleen voor lokale producten. In de donkere straatjes liepen de vrouwen met hun zwart Boerka en Nikhab en de mannen met hun witte Dishdasha en de Masar (doek rond hoofd).
Er was hier toen geen een toerist. De haven is een paar jaar geleden omgebouwd tot een cruisehaven en in de straatjes lopen nu de toeristen in hotpants, blote armen en benen, op slippers. Tussen de nog steeds traditionele bewoners.
Het eten op het terras is heerlijk, de wind zacht en het uitzicht over de haven blijft mooi. We nemen een taxi terug en de chauffeur snapt niet dat we de heenweg hebben kunnen lopen, daar had hij nog nooit van gehoord. We komen bij aan de zwembadrand boven op ons Hotel. Het uitzicht over de gebouwen met de bergen op de achtergrond is hier mooi, uniek. We komen bij van de vliegreis, de wandeling, ver weg van de toeristenhordes.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley