broken roads
05 November 2012 | Australië, Mackay
De omgeving is anders, we blijven in de buurt van de kust, een zachter klimaat door de zeewind en dat brengt weer meer bossen en minder gras weide. Heuvels met bossen, ook is het hier wat drukker, meer verkeer.
Daarnaast heeft men hier ook bedacht dat het tijd wordt om "Bruce highway" te verbeteren, breder te maken, delen vierbaans of meer passeer stroken, en dat betekend dat men ongeveer om de twintig kilometer bezig is met weg werkzaamheden. En dan niet het voorzichtige werk, maar over een afstand van een paar kilometer een volledige helft afsluiten en dan het noordwaartse verkeer door te laten gaan, en daarna het zuidwaartse verkeer. Dus om de beurt wordt een richting afgesloten, en dat doen ze dan niet met iets simpels als verkeerslichten maar met "traffic control", oftewel mensen, in oranje opvallende pakken, met helm en walki talki in contact met zijn tegenpool, een paar kilometer verder, en een omkeerbaar bord. Op de ene zijde "stop" en op de andere "slow", en dat bord moeten ze omdraaien zodra de laatste tegenligger is gepasseerd.
Ze staan er, midden op het zwarte asfalt, in de zon, en het is hier overdag al ruim dertig graden, maar op het zwarte asfalt, zonder wind, in het opwaaiende stof van de wagens, vooral daar waar geen asfalt meer is, moet dit echt een vreselijke baan zijn.
En dan zeker een stuk of vijftien keer op dit stuk van 300 kilometer, wachten tot we er door mogen, over half opgebroken of juist net gelegd stuk asfalt , met 40 km/uur en om de vijftig meter een pilon, voortkruipen in een file van verkeer, stofhappen en een hoop steentjes.
En de steentjes springen natuurlijk tegen de ramen, gebeurt hier toch wel vaak dat je het hoort, zou een hoop business moeten opleveren voor O'Brian maar ik heb niet de indruk dat men zich druk maakt om een sterretje meer of minder op een ruit. Op onze camper zitten er in ieder geval drie waarvan er twee redelijk in het zicht van de bestuurder. Maar bij de huur heb ik ervoor getekend dat ze er zitten en dus gebeurt er gewoon niets aan. Het "repair believe" lijkt hier dus niet echt ontwikkeld.
Halverwege veranderd de omgeving, langzaam zien we suikerriet plantages de bossen vervangen. Enorme velden met suikerriet, overal om ons heen, suikerriet. Niet echt een interessant gewas, hoog riet.
En natuurlijk allemaal treinsporen om het riet te vervoeren,en rokende fabrieken waar het riet bewerkt wordt. En uiteindelijk vervoerd wordt naar de grootste suiker transport haven van de wereld, MacKay. Daarnaast ook nog veel export van kolen en andere grondstoffen. Dus volle treinen met grondstoffen (waaronder goud, maar ook een grote magnesium mijn) en een mono cultuur van suikerriet, dat is alles wat hier gebeurt. En bij Yeppoon en daarvoor is het suikerriet vervangen door vlees industrie, met grote boerderijen.
Wij rijden door het riet, vinden nog een leuk restaurantje onderweg voor de lunch, mooi botanische tuin rond een meertje, zelfgemaakt ijs en pie's, gemoedelijke bediening van drie vrouwen. En ook dat begint op te vallen, de laatste dagen, in al onze stops onderweg, de benzinestations, de winkeltjes worden volledig gerund door vrouwen, mannen werken niet in deze winkels, maar waarschijnlijk op het land of bij de mijnen.
Het is hier nog een echte agrarische en mijncultuur, nog geen eigen maak industrie en ook nog vrijwel geen (zakelijke) dienstverlening. Een traditionele samenleving, en dat is ook wat we in MacKay aantreffen. Een camping op 2 kilometer uit de stad, een warme wandeling over de brug naar het dorpje, 60.000 inwoners, redelijk grote haven, maar die is tien kilometer verder aan zee, maar nog steeds een dorp.
Paar winkel straatjes, kleine zelfstandige winkels, geen ketens. En ook niets wat je daar zou willen kopen. De straat is mooi, kneuterig, art deco Australische stijl, en even buiten de stad is de shopping mall, de grote ketens, Woolworth, McDonald's, KFC etcetera. Ook daar niets bijzonders.
Bij de tourist informatie dezelfde informatie als gisteren, we krijgen dezelfde folder, over hetzelfde zeiltripje, wat dus niet doorging, als mogelijk tochtje om te doen vanuit Yeppoon. We eindigen dus ook maar in de lokale hotel kroeg, door de oude drankwetgeving hier mochten alleen hotels drank verkopen en daarom zitten nog steeds de kroegen in de hotels, en dat zijn dan dus wel gewoon plaatsen waar een blind paard niets stuk kan maken, maar het bier is lekker koud, en de lokale bevolking, rechtstreeks uit het werk, is amusant om te bekijken. Iedereen is vrolijk, stemming is goed.
Heerlijk, de avond voor ons hutje, lekker salade gegeten, goede temperatuur, muziekje op. Mooi om zo rond te trekken en te kijken, observeren, geen toerist in een toeristen plaats, maar reiziger op doorreis in een industrieel stadje.
Morgen terug naar de toeristenwereld, gaat weer schrikken worden.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley