Meyrueis: De renner 2
Door: JoepJ
30 Augustus 2021 | Frankrijk, Meyrueis
En zoals altijd begint daarna dalen, waar we vrij snel afgeremd worden door een honderdtal schapen op weg naar een nieuw graslandje om kaal te eten. En als ze voorbij zijn is de weg bezaaid met de verse restanten van hun vorige maaltijd, hierdoor dalen we het eerste stuk voorzichtig, richting het dorpje Tréves, het laagste punt van deze dag. En vandaar is het een zevenentwintig kilometer lange klim. Lang maar niet stijl, gemiddeld maar drie-en-een-half procent. Het is grotendeels een mooie, smalle weg door een bosrijke omgeving. Hier is geen verkeer, wel slecht wegdek.
Het is als de eenzame fietser op de dijk met tegenwind. Net niet lekker kunnen fietsen, steeds de twijfel of het niet sneller moet, of er toch niet een tandje bij kan. Of juist eraf. Bijna twee uur achter elkaar dat gevoel. Net niet lekker. Geen klim maar ook niet vlak. Tergend.
Maar de beloningen zijn groots. Eerst is er het uitzicht boven op de wereld. De tweede beloning is de afdaling terug naar Meyrueis, drieëntwintig kilometer op een prachtige brede, licht slingerende weg met veertig kilometer per uur en vrijwel zonder te trappen. En de laatste is het vol in de remmen stoppen voor een terras en een koud biertje bestellen.
De middag is voor het heerlijke relaxen. Niets moet. Het stadje is zo lekker klein dat de tweede dag eigenlijk alles wel gezien is. Geen winkels of andere attracties. Er is een kasteel, kerkje en wat oude bruggen. Er moeten ook nog wat grotten in de buurt zijn. Maar het wordt gewoon relaxen.
‘Mogen we een biertje, een pastis en een cola?’ vragen we aan de als we hersteld zijn en ons voorbereiden op het avondeten. Hij brengt de drankjes. Het biertje uit een lokale brouwerij, een zijpaadje waar we vanochtend met veertig kilometer per uur langs vlogen. En ook de pastis is van een lokale distilleerderij boven op de hoogvlakte,
‘Maar ik durf de pastis niet met de cola mengen,’ zegt hij, ‘dat zou kunnen exploderen.’ Hij loopt met een glimlach weg terwijl wij de cola bij de pastis gooien. De cola wordt troebel maar er gebeurt verder niets.
Deze mix geeft een soort dropwater smaak met een tic, maar door de fransen wordt dit hoofdzakelijk beschouwt als een belediging van hun nationale trots en gewoonte. De pastis, een anijslikeur, wordt vermengd met water in de middag op een terras. Vooral in het zuiden wordt het overal gedronken, niet alleen door de toeristen, maar hoofdzakelijk door de wat oudere bevolking. Met cola erbij heet het deze cocktail, in de bars, ‘mazut’ (ook wel gespeld als ‘mazout’) dit is de naam voor ‘stookolie’ in België en Frankrijk. Alsof hij het wist. Smerige stookolie wat kan branden dat is de naam van dit drankje, wat heerlijk smaakt.
De volgende dag drinken we een koffie/thee in ‘Le Rozier’. Twintig kilometer dalend door de kloof. En na het drankje weer twintig kilometer klimmen door de kloof. Met de fiets. Pakken daarna de auto voor nog een ritje naar Mount Aigoual. Het uitzicht is geweldig, helder weer. De Mont Ventoux is goed herkenbaar, de Middellandse zee is te zien. De Mont Blanc, wie weet.
Zo helder komt hier weinig voor. Deze berg van maar 1580 meter hoog heet niet voor niets de regenberg. Bij Oostenwind klimt de warme, vochtige lucht uit de Rhône vallei tegen de berg en het regent. Bij een Westelijke stroming klimt de lucht van de hoogvlakte tegen de berg en het regent. En vanuit het zuiden is het de vochtige lucht uit de Middellandse zee, welke voor regen zorgt. Er valt op deze berg bijna drie keer zoveel regen als in Nederland. En als het regent is er geen uitzicht, nu wel. Het terras met uitzicht over de groene zee om ons heen wordt verder gevuld door de grote hoeveelheid fietsers met hun kleurige shirtjes en stoere verhalen. Heerlijk in het zonnetje is dit genieten.
Op de weg terug naar Meyrueis stoppen we bij de lokale brouwerij.
De dag ervoor zijn we in de middagrust naar Saint Enimie gereden. Een leuk dorpje, historische straatjes langs de rivier waar kano’s verhuurd worden voor een tochtje in de kloof. En wat ateliers van lokale producten. Dat was dertig kilometer verder als ‘Le Rozier’. Dus de kloof hebben we minimaal vijf keer gezien in drie dagen en het blijft vreselijk mooi. De rotspartijen hoog in de lucht, de gieren op zoek naar wat eten op de grond. Het riviertje vaak verstopt tussen de bomen. En de slingerende weg met het uitzicht. Hier raak je nooit uitgekeken.
Toch vertrekken we de volgende ochtend. De Duitstalige hotelmanager vraagt aan ons of we het boek ‘De Renner’ kennen. Als we uitleggen dat we zijn wedstrijd drie keer gefietst hebben en bij de eerste herdenking rit in 2003 waren komt hij helemaal los. Hij heeft de Duitse vertaling gelezen (er is nog steeds geen Franse vertaling) en vind het ook een geweldig filosofisch boek. Hij zou willen dat het dorp hem meer zou eren, een beeld, een uitgezette fietsroute met delen van de wedstrijd. Misschien kunnen we hem helpen want de lokale bevolking, inclusief de burgemeester, kennen de historie niet.
Na drie dagen in Meyrueis blijkt hij een echte kenner. Onverwacht, het antwoord op de vraag van het leven, de cola – pastis en het boek, wat een mooie afsluiting van deze drie dagen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley