Gobi
Door: Joepenjacq
20 Oktober 2011 | Mongolië, Ulaanbaatar
Toch te nieuwsgierig, hoe zou het er buiten uit zien, waar zitten we. Hoofd optillen, rolgordijn een stukje omhoog en de eerste blik over de gobi woestijn. Nog zacht ochtend zonlicht over een uitgestrekte,
licht golvende, vlakte, begroeid met dor en geel glas. Zover het zicht reikt een eindeloze vlakte, geen huizen, wegen, dieren, alleen maar ruimte. Zinloze schitterende ruimte. Bijna vergelijkbaar met een schip op de oceaan. Een strak blauwe hemel, met een golvend geel, dor gras er onder. Zo anders als de blauw, groene en altijd dreigende zee. Dit lijkt vreedzamer, en mooi. Iets om uren naar te kiken.
We ruimen de hut op, bed aan de kant, nemen onze eerste oploskoffie, crackers met kaas, en ondertussen kijken we constant naar buiten. De deur van de cabine open, zodat we beide kanten kunnen zien voorbij trekken. Beide kanten zijn gelijk, leeg en toch zo vol. Nooit geweten dat er zo'n groot geel lege ruimte is. Heerlijk, dit maakt de hele reis al geslaagd.
En de trein denderd voort, langzaam zien we de eerste tekenen van leven, kuddes van paarden, of ze van iemand zijn of niet is onbekend. Dit is een gebied waar nog wilde paarden bestaan, maar dat kan toch niet, paarden vang je en beheer je, hier loipen ze los, geen mens te zien.
Daarna zien we de eerste Ger- tenten en nederzettingen, wat huizen. En ook koeien, en schapen, auto's. De beschaving komt dichterbij, ook de eerste mijnbouw en industrie. Het ziet er smerig uit tussen de schoonheid van de woestijn. Maar de dorpjes worden afgewisseld met stukken ongerepte natuur, kuddes schapen, paarden, koeien. We zien ook de eerste yaks. En zelfs ver weg een echte kameel. Die komen hier in het wild voor, niet veel maar ze zijn er nog steeds.
De trein dendert door, af en toe moet hij stoppen en wachten op een tegenliggende trein, lange kolentreinen passeren. Langs het spoor staan af en toe een soort seinwachters, ze hebben een vlaggetje, staan langs het spoor en steken een groen of oranje sein op. Wat het betekend is onduidelijk, en ook hoe ze weten welk sein, blijft vreemd, maar het zal belangrijk zijn voor onze rit. We zien wat mensen, dik gekleed, werkend, als herder, of in de dorpjes. Het wordt langzaam steeds meer bevolkt. Ook blijkt er ineens een weg langs het spoor te zijn, de eerste auto's, vrachtwagens.
Na een uur of zeven zien we in een bocht een volgend soort dal waar echt een zwarte smog boven hangt. De trein klimt over een bergrug en de zwarte smog nadert. Dit kan alleen de stad zijn, Ulan bataar is in aantocht. Het laatste stuk rijdt de trein door het dorp, met auto's verstopte wegen, lelijke gebouwen, wat fabrieken. Eigenlijk ziet het er niet uit, maar het is wel ons doel van de dag.
Precies op tijd komen we aan op het station, de agent wacht ons op en rijd ons naar een hotel. De rit duurt minimaal een uur, maar lopend zou het in een half uur kunnen. Enorme files, oorzaak teveel auto's door een paar brede straten, slecht afgestelde stoplichten en iedereen die zich niet aan de regels houd. Het hotel blijkt in een achteraf buurtje te zijn, tussen de woonhuizen, een dependance van een naastgelegen hotel. De deur sluit nauwelijks, bed en ruimte zijn goed, maar het voelt niet echt lekker. Het is een hotel wat we tijdens onze reizen twintig jaar geleden goed hadden gevonden, maar nu is het niet goed, in een buitenwijk, en alleen maar mongolen, geen enkele buitenlander te zien.
We eten eerst een hapje, komen terug op de kamer, en besluiten hier niet te blijven. Je boekt een bepaald hotel en wordt naar een ander hotel gebracht, met minimaal 1 ster minder. We bellen de agent van het dorp, krijgen te horen dat ons oorspronkelijke hotel geen water had en dat we in een vergelijkbaar hotel zijn geplaatst. Na wat druk komen ze ons toch halen om ons ergens anders onder te brengen. We worden opgehaald door het busje van de organisatie, hierin 2 Hollanders, doen de trip andersom, en slapen in het hotel wat wij geboekt hadden. Uiteindelijk zijn we dus gewoon voorgelogen, maar ze brengen ons wel naar het beste hotel van de stad (volgens de reisgids) en wij gaan eindelijk even op bed liggen.
Twee korte nachtjes en twee dagen in de trein blijkt toch vermoeiend. Totaal bijna 1700 km afgelegd, eindelijk weer een bed wat niet beweegt. Een stevige maaltijd en een lange nacht, welkom in Mongolië.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley