Marrakech: De nieuwe stad
02 November 2016 | Marokko, Marrakesh
We verlaten de oude stad, in de laatste duizend jaar hier ontwikkeld, nauwe straatjes, huizen zonder ramen met achter de dikke muren de afgesloten binnenplaatsen, schaduw. Alles gebouwd om het enigszins koel te houden, zeker in de zomer met temperaturen van veertig graden, de zon in de middag recht erboven, zonder frisse zeewind, eerder de warme Sahara wind welke het nog warmer maakt. Een goede locatie, dicht tegen het Atlasgebergte waardoor water beschikbaar was en bij de handelsroutes door de bergen. Maar warm.
Buiten de Medina is de nieuwe stad, meer als een miljoen inwoners, ontwikkeld vanaf begin van de twintigste eeuw, tijdens het Frans regime. Het centrum naar Frans voorbeeld, brede boulevards, pleinen en rotondes, de plattegrond zou zomaar overeen kunnen komen met iedere stad in midden Frankrijk. Vier tot zes baan brede wegen, een breed trottoir, deels overdekt. Middenberm met bomen, en parken rond het centrum. Boven de boulevards de woningen met zes tot acht lagen. Veel lokale winkels, restaurants, koffietentjes eronder. Sommige eerste wereld merken zijn zichtbaar, een Zara, McDonalds, Kentucky Fried Chicken. Een klein stukje met een nieuw warenhuis en wat duurdere kledingmerken. Maar het overgrote deel van de boulevards is nog van de lokale middenstand.
Achter de boulevard, de woonwijken, smallere straten, maar wel de hoge gebouwen. Alleen zijn de gebouwen hier niet zo mooi, vierkanter, zonder versieringen, rood steen, trappenhuizen. Onderin de bedrijven, weinig winkels, veel kleine bedrijvigheid. De trottoirs zijn ook niet zo goed onderhouden. Het verkeer druk, de auto’s overal neer gezet, zodat je er als voetganger erom heen moet. En bij bet oversteken komen de auto’s en brommers overal vandaan, schieten voor langs of juist achter om. Stoppen doen ze liever niet. Ze ontwijken de voetgangers, niet onbeleefd, ze geven aan dat je voorlangs mag, of verontschuldigen zich met een handgebaar als ze net voor je langs zijn gegaan. Maar ze stoppen niet.
De rode kleur overheerst, alle gebouwen zijn rood. Daarnaast is alles stoffig, ondanks een lichte regenbui vanmorgen is het hier droog en de wind bevat stof. De auto’s zijn bedekt met een dikke lag stof. Daarnaast is het vooral ook warm, na twee uur lopen is alles doorweekt. Het lopen door de nieuwe binnenstad lijkt doelloos.
We kiezen als doel de koninklijke opera. Een nieuwe opera, belangrijke architect, een belangrijk monument voor heel Marokko. Alleen is het nooit afgebouwd, budgetoverschrijdingen hebben de bouw jaren geleden stilgelegd. Van de overkant van de straat ziet het er nog uit alsof het af is, maar dichterbij is te zien dat het niet af is. Bij de hoofdingang gekomen zien we dat die gewoon open is. We betreden de foyer, deels af, marmeren vloer, wanden af, een kassa ruimte, een hoge ontvangstruimte, met een koperen lamp. Verder een trap omhoog, met een mooi scherm met mozaïek. Maar verder is het leeg en kaal. Een ruimte ernaast, waarschijnlijk een wachtruimte of garderobe, is ook voor 95% af. Het ontbreekt aan inrichting maar de ruimte is mooi, vloeren, metselwerk, lampen.
Vanuit het niets verschijnt een Marokkaan, de conciërge, zegt hij en hij wil ons het gebouw laten zien. Deuren worden geopend, het conferentiecentrum, gangen, wachtruimtes en uiteindelijk de zaal. Totaal ruimte voor 800 stoelen, balkonnetjes waar stoelen moeten komen, een zaal, de orkestbak en het podium. De ruwbouw is af, het beton is er. Alleen het beton, de muren, kaal, houten stellages voor de werkers, een groot zeil aan de achterkant van het podium. Hier ontbreekt zelfs de muur nog, de orkestbak is een betonnen gat. Een monument voor 70% gereed, betonwerk. Gestopt. We lopen alleen rond in dit vreemde gebouw, zou mooi zijn om in deze staat er een opera te kijken, zo ruw. De vormen zijn er maar het rode pluche ontbreekt. Geld was op.
Achter het zeil is een openlucht theater, dit is af en toe wel in gebruik, de betonnen randen met zittingen zijn af, er hangt een provisorische licht en geluid installatie, met als achtergrond het zeil.
We verlaten het spooktheater. Bekijken het moderne treinstation aan de overkant, en lopen langs een brede boulevard, vol in de zon naar ons volgende doel. Halverwege de vijf kilometer stoppen we bij een restaurant, uit de gids. Een werkelijk geweldige lunch, lekkere wijn, uitstekend eten en een goede bediening in een heerlijk AC-omgeving. Zoals vaker is het eten in een business gebied veel beter als in een toeristengebied zoals de oude stad. Hier wordt geëxperimenteerd, geprobeerd, en gekookt om te koken. Maar we moeten verder, de hitte in, lopend langs de brede weg.
Ons doel is de “jardin majorelles”, een oud huis met een kleine tuin eromheen, opgeknapt door de architect Majorelles, gekocht door Yves Saint Llorant. Veel diepblauwe kleuren, randen van de Fontijn, het huis afgewisseld met geel en vooral cactussen en vetplanten, vanuit de hele wereld, eromheen. Schitterend geplant, goed onderhouden en vol met toeristen. Niets geen oase, te druk om iets van sfeer te proeven. In het huis een mooie tentoonstelling over de berberkunst, drie zaaltjes. Daarnaast twee winkeltjes en toeristen met fototoestellen.
We lopen terug naar de oude stad, totaal hebben we zeker tien tot vijftien kilometer gelopen, in de hitte en het stof van het verkeer, over brede boulevards en smalle wegen tussen de flats, in een rode stad, uit de jaren vijftig of eerder. Net als de opera is het niet af, en wellicht zal het ook niet af komen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley