Suriname - busi wagi
28 Februari 2015 | Suriname, Paramaribo
Wij hebben hier geen tijd voor, of eigenlijk beter, willen hier geen tijd voor maken. Een tropisch regenwoud is een tropisch regenwoud, of het nu in Suriname ligt of ergens anders, het blijft een tropisch regenwoud, het blijft een rivier, kaaimannen en muggen.
Wij doen de korte versie, een soort eendaagse, en dan niet de hele dag met een gids in een auto, maar zelf rijden door de savanne, net buiten de bewoonde gebieden van Paramaribo. In een kleine Suzuki jeep, open met een klein dakje van zeildoek, geen luxe uitvoering, een hard stoeltje met een vijfpuntsgordel en hoge, brede modderproef banden en geen natuurlijk geen stuur bekrachtiging. De eerste veertig kilometer, na het beginpunt, over verharde wegen gaat niet echt lekker. Door de verbouwde versnellingsbak en de brede hoge banden waardoor het slecht sturen is maken het een beetje een slingerende te langzame rit, waar andere weggebruikers zich duidelijk aan ergeren. Maar ergens voorbij het dorpje “Berlijn”, voorbij een aluminium fabriek draaien we de weg af, recht de savanne in.
Een stukje zandweg, wat heuvels, een bos, smal pad. De gids zit in een andere auto, een stuk achter ons. De enige instructie was dat het een gewone auto is en dat we gewoon maar over de “ meest” bereden sporen moesten rijden. Hij laat zich ver afzakken, in mijn spiegel zie ik hem de meeste tijd niet meer, af en toe zie ik zijn voorkant als het een echt recht stuk is, maar zodra het begint te slingeren rij ik helemaal alleen. De eerste vijf kilometer is nog redelijk normaal maar dan komen we toch echt in een bos, met bochten en heuvels. En in de dalen natuurlijk de riviertjes, en met de afgelopen twee dagen regen staan die ook helemaal vol.
Al bij de derde riviertje begint toch de twijfel te komen – kan een auto hier wel doorheen. Stil staan, op een steile helling, een rivier beneden, aan de andere kant weer een weg, midden in een bos. Niet echt weten hoe diep dit is, maar het water is zwart van kleur. Het is steil naar beneden en aan de andere kant ook weer steil omhoog. Even wachten op de gids helpt niet, die laat zich niet zien, achteruit op dit smalle pad, opzoek naar een ander spoor is geen optie. De wagen staat in 4WD met een Low gearing. Dus maar gewoon proberen, vol gas erin, in zijn eerste versnelling en hopen de overkant te halen en ook naar boven te kunnen. Het water komt tot in de cabine, niet voor niets zitten er gaten in de bodem van de cabine, zo kan het water erin maar er ook weer uit. Het water spat omhoog, als berijders blijf je zeker niet droog. De natte wielen slippen bij het omhoog gaan aan de andere kant, maar het lukt. Eigenlijk probleemloos door een rivier van een meter diep, en ook op de goede kant aan de overkant weer tegen de helling op.
Het geeft vertrouwen, we scheuren vier uur lang, door bossen, rivieren, gladde zandstroken, enorme afdalingen, over een oud treinspoor (met nog oude bielzen overdwars), soms zwaar overhellend, soms modder spuitend onder de slippende wielen. We zien geen mensen of dorpen, rijden door de natuur, jammer genoeg komt er geen olifant om de hoek (die komen hier ook niet voor, maar je zou ze wel verwachten).
Na vier uur een lunch langs de rivier en een kleine honderd kilometer terug, waarbij het grootste deel over “Dirtroad”, rode klei, diepe gaten en spoorvorming in de weg. Het gaat niet snel, veel stuurwerk, steeds zoeken naar de beste sporen met de minste kuilen. Het is echt werken, niet te vergelijken met het autorijden in Nederland. En we zien de natuur, niet achter een gids die constant uitlegt wat je ziet maar zelf, eigenlijk een veel intensere manier als luxe achterin zittend in een jeep door de natuur te rijden.
Er is maar een nadeel, je arm en nek zit de hele dag in de zon, en je merkt er niets van – maar het is wel vreselijk rood de dag erna.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley