Stelvio
01 September 2013 | Italië, Bormio
Maar vandaag is de berg voor de fietser.
Wij vertrekken vanuit Bormio, niet de meest bekende en zwaarste kant, deze kant is maar 39 bochten, 25 kilometer met een gemiddelde van meer als 7%, het steilste stuk van 13%, in het midden 5 kilometer met een gemiddelde van meer als 9% en de laatste drie kilometer ook meer als 9%. De andere kant is iets korter en steiler met nog meer bochten, maar het scheelt niet zoveel.
Wel hebben we besloten om niet hetzelfde te doen als bij de Cavia van twee dagen geleden, eroverheen, naar beneden en weer terug. Nee, we gaan naar boven en weer terug, eigenlijk een rit van maar 50 kilometer....
Met alleen fietsers (en wat verdwaalde lopers) is het echt een genot, de berg glijdt weg onder de wielen, continue haal je fietsers in (vooral mountainbikers, met te zware fietsen, te brede banden en te lage versnellingen) en wordt je ingehaald (door jongere, lichtere, sterkere wielrenners). Een continue stroom van fietsers, af en toe een aardig woordje, een opmerking maar ook vaak zwijgende, norse blikken van pijn. Zolang je veel meer inhaalt als dat je ingehaald wordt is er niets aan de hand. De benen branden, de rug doet nog steeds vreselijk pijn, maar met mijn 34 * 25 (met de 27 als laatste reserve) weet ik goed omhoog te gaan, continue vechtend tegen mijn rugpijn doen mijn benen probleemloos het werk.
Tot 12 kilometer blijven we redelijk bij elkaar, dan bij de 13% moet ik even afhaken, maar bij een water stop komen we weer samen. Daarna wordt het ook minder steil, en het landschap dringt echt door, de mooie krappe bochten, maar later ook de rechte weg naar de top. Voor de top nog wat mooie bochten. De rug doet pijn, maar het uitzicht en het continue inhalen doet goed. Een genot, zonnetje in de rug, een stuk wat minder steil is, ook al is het einde weer vreselijk steil, maar dan ben je er ook bijna, en ook dat geeft weer energie, een geweldig mooie klim, niet te beschrijven, dus dat probeer ik ook maar niet.
Tijdens de klim blijft het nadenken over het waarom van het omhoog klimmen, het is geweldig mooi, maar het blijft pijn doen. Dus waarom zou je het eigenlijk doen, is het mooi, maar waarom dan. Het is niet een schilderij of een theaterstuk wat mooi is, hier ben jezelf de speler, niet de toekijker op het rode pluche, maar er zijn geen toeschouwers. Dus de vraag blijft, toch fiets ik door of stap ik af, continue, de vraag van de filosoof Kierkegaard.
Het antwoord kan alleen gaan over de beloning, het aankomen of de afdaling erna als beloning, of het doen zelf.
Voor ons is er geen beloning, geen vetleren medaille, geen groep familieleden met gladiolen, of een organisatie welke er beter van wordt. Nee, de aankomst is voor jezelf, chaos met duizend andere fietsers, niemand wie je feliciteert, gewoon je fiets tegen een muurtje en even om je heen kijken, naar het uitzicht en de andere fietsers om daarna weer naar beneden te gaan. Het aankomen is nooit het doel, ook al denkt iedereen van wel. De top is de top omdat je niet verder kan, niet het doel zelf. Als de top hoger zou liggen zou je hem ook proberen te halen, de top is een relatief doel, geen absoluut iets wat je wilt realiseren.
De afdaling kan ook geen beloning zijn, dat is te simpel, dan kan je net zo goed, op een andere dag met de auto omhoog en met de fiets omlaag. Net als de rage van de laatste jaren om met een mountainbike omhoog te gaan met een ski lift en daarna naar beneden te rijden, dat is geen doel. Dat is een kick, een tijdelijk shot, een sigaret met nicotine. Dat is geen doel.
Dus het enige doel is het doen zelf, de reis, het niet afstappen, de pijn trotseren. Vooral het niet afstappen, ieder moment is de fiets om te draaien en is er de afdaling, met de beloning van een koud biertje beneden op een terras. Nee, het doorgaan, de pijn trotseren, de benen en de rug die schreeuwen om rust, maar de hersens welke door willen, het niet toegeven, daar zit de essentie. Het gaat om het individu zelf, het zijn, het doorzetten ondanks de pijn. Het leven.
En natuurlijk het geweldige uitzicht.
Jammergenoeg is deze mooie dag, afsluiten van de berg voor auto's en motors, weer gekaapt door een aantal doelen. Het is niet meer voor de individuele sporter, of mens, nee, het moet collectief. En dat is dan ook nog iets van Nederlanders (Stelvio for life, Barcode for life, Run for life), klinken ook allemaal als Nederlandse initiatieven en dat zijn het ook allemaal. De Italianen rijden voor zichzelf de berg op, zo de rest van Europa. Alleen Nederlanders doen het alleen voor goede doelen, liefst nog gesponsord door hun bedrijf.
Het begint een ziekte te worden, de Alpe d'Huez is gekaapt, geen mens meer die de Ventoux op fietst zonder hoger liggend doel als een goed doel. Bij de aankomst staan ze met de gladiolen, vallen elkaar jankend om de armen, staan gewoon in de weg voor die tienduizend andere fietsers omdat ze zichzelf zo goed voelen. De pijn van het klimmen en dan ook nog honderd euro voor het goede doel (wat daarna het geld op een beleggingsrekening stort of uitkeert aan de directeur of de adviseur van het goede doel).
Wanneer stopt dit? Als je een goed doel wil helpen stort geld, als je de pijn van het stellen van doelen, en het waar maken ervan, wil ervaren doe het, beklim de Kilimanjaro, fiets een berg op of loop een vierdaagse, maar doe het, voor jezelf.
En dat heb ik vandaag gedaan, en het was heerlijk.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley