Brandberg
01 Maart 2014 | Namibië, Khorixas
Honderdduizend zeerobben op een vierkante kilometer, groter is het gebied rond Cape Cross niet. En op deze ene vierkante kilometer staat dan ook nog een 4x4 campertje met twee Hollanders. Verder is er hier helemaal niets. Zee, rotsen, branding, blauwe lucht, een parkeerplaats met twee monumenten, midden in leeg en uitgestrekt gebied van zand, zand en zee.
Vanuit de parkeerplaats is een houten steiger boven het zand richting de kaap gemaakt, in de schaduw onder deze steiger boven land liggen de eerste zeerobben, maar dichter bij de rotsen en de zee liggen er nog veel meer, ontelbaar veel. En daarna zwemmen, of beter spelen, er ook nog grote aantallen in de zee, de branding, op de rotsen en aan het strandje ervoor ziet bijna zwart van de robben.
We kijken verdwaasd vanuit de steiger naar het gekrioel van zeerobben voor ons. De kleintjes, op zoek naar de moeders, de al wat ouderen, brutaal aan het spelen, maar nog niet in zee, de moeders welke gezoogd worden, de slapende en de vechtende pubers. Het krioelt, klimt over elkaar, gaat liggen in de zon en wordt weer weggeduwd door een ander. De grootste kolonie op de Zuid Afrikaanse kust en wij zijn de enige toeschouwers. Je zou hier kunnen gaan zitten en gewoon uren kunnen blijven kijken. Of je zou hier een poging kunnen doen die ene perfecte foto te maken. Maar het echte schouwspel, met beeld, geluid (ze maken echt een herrie) en reuk (het ruikt zeker) is niet vast te leggen, hopelijk wel te onthouden.
Na twee uur, moeten we toch verder, we moeten onze volgende camp plaats wel weer voor donker bereiken. En bij vertrek zijn we al een uur van ons tijdschema kwijt geraakt. Gepland was een snel vertrek, de boodschappen en de schoongewassen kleren zijn al de avond ervoor ingeladen, een ontbijt in het Guesthouse, nog even de tank (van 150 liter diesel) volgooien en weg. Maar bij het tanken viel op dat de rechter voorband toch wel wat weinig lucht had, controle met zeepsop gaf een klein lekje, dus voor de zekerheid, op het tankstation, met de vier tankbediendes de band vervangen. En die operatie viel niet echt mee, iedereen bemoeide zich ermee, de reparatie koffer was niet compleet, de bouten zaten vast, kortom een uur werk en een hoop frustratie.
Naar de zeerobben, een saaie weg, asfalt door vlak zand, Kootwijkerzand zonder heuvels of de Maasvlakte zonder de duinen of een polder vol zand, en dan 120 kilometer lang, het schiet wel op maar is niet echt enerverend. Daarna van de kaap naar het binnenland, naar het begin van de bergen weer 100 kilometer, weer vlak, zand, langzaam een paar bosjes, maar verder vlak, saai. Deze hele kuststrook tot 80 kilometer het land in is vrijwel vlak zand. In de ochtend bewolkt, of zelfs met zeemist, door de koude oceaanstroming, daarna een felle zon.
Een saaie rit, onderbroken door zeerobben, bijna slaapverwekkend, behalve de zeerobben.
Daarna de bergen, mooie gezichten, bochten, kuilen, klimmetjes, schakelen, werken, maar wel mooi en dan natuurlijk de beloning.
Koud bier en Rum Cola uit het koelkastje, kampvuurtje, lambchops op het rooster, rijstsalade met verse producten, tomaten relish voor bij het vlees. Glaasje wijn erbij, het ware gevoel. Om ons heen vogels, de mooiste - een Southern Hornbill - kwam even langs om zich goed te laten bekijken.
We staan alleen op een campsite, in loop van een droogstaande rivierbedding. Tussen de bomen. Een ruime plek, schaduw van wat bomen, uitzicht over de Brandberg, een kale rots, de hoogste van het land. Wel een rots met een geschiedenis, hier zijn oude tekeningen gevonden, artistieke krijttekeningen van een van de oudste volkeren, de San, van Namibië. Op de berg zijn duizenden rotstekeningen gevonden.
De oude bewoners hadden dus behoefte om op deze rotsen te schilderen, creatief, artistiek. Waarom verteld de overlevering niet, maar men is in de oudheid de berg ingetrokken, en heeft de tijd genomen te schilderen. Krijgers, dieren. Zonder reden, omdat het mooi is, omdat men zich verveelde, om dingen uit te leggen, om de goden te herdenken of om iets te creëren. Zelfs de reden om de berg in te lopen ontbreekt, was het vluchten, gewoon omdat de berg er is of was er water of eten.
Toch moest men de bergen in, en tekende men figuren, geen zeerobben, misschien hadden de volkeren deze zelfs nog nooit gezien toen ze deze tekeningen maakten. Hebben ze toch wat gemist.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley