Dubai - Iron beach man
01 Februari 2018 | Verenigde Arabische Emiraten, Dubai
Een dagje strand, niets bijzonders. Een taxirit van twintig minuten, geel zand en blauw water, grote brandingsgolven en een heerlijke wind.
Enige verschil met alle andere stranden in de wereld is dat het in Dubai ligt, en vlak bij de Bur Al Arab. Het eerste zeven sterren hotel van de wereld. Het beeldbepalende gebouw van Dubai, wat op alle plaatjes staat, met een helikopter platform op de bovenste verdieping (met een schitterende tennis clip), de skybar en de onbetaalbare hotelkamers.
En met het strand ervoor is het voor een hoop toeristen de spot voor een selfie.
En de plek waar wij gingen liggen was waarschijnlijk exact de juiste plek. Met tientallen komen ze aangelopen. Vanuit de bus, het toertje met de minibus of de privéauto. De vijftig meter van de weg lopen ze over het strand naar de zee voor de perfecte selfie, of groepsfoto. De telefoon in de hand, glimlachen voor de foto. Of nog erger doen of ze tegen de toren aanleunen, of op je kop staan. En na tien minuten brengt de gids zijn horde weer onder controle en weer terug naar de weg. En na tien minuten de volgende groep. Alsof een gebouw op de achtergrond iets veranderd aan de vakantiefoto aan de Beach.
Maar er zijn ook wat mensen welke blijven zitten, hun handdoek uitrollen in de zon om ervan te genieten. En er zijn twee soorten - diegene welke gaan zonnen, zwembroek, badpak of bikini of de andere welke volledig gekleed op een handdoek gaan zitten. Sommige vrouwen met alleen een hoofdoek over het haar maar andere volledig gesluierd. En daar is niets mis mee alleen is wel onduidelijk waarom deze op twee meter afstand van ons gaan zitten. Er is ruimte zat, maar ze zitten op twee meter naast ons. Natuurlijk kunnen we opstaan en tien meter verder gaan zitten, maar wij waren hier het eerst. Misschien vinden ze ons aardig, voelen ze zich veilig bij ons of vinden ze het leuk om naar ons te kijken. Maar dat ze daarna gewoon twee uur blijven zitten en geen twee minuten hun mond houden, telefoneren en een kasteel in het zand bouwen is toch wat minder.
Tussen de op het strand liggende of zittende mensen loopt ook nog een echte gelukzoeker. Pet op, geel shirt en broek, handschoenen aan, een donkere bril en een koptelefoon. En in zijn rechterhand een metaaldetector, in de linker een korf om het zand te zeven. Vlak voor ons stopt hij, zeeft het zand, gebruikt een kleinere metaaldetector om uiteindelijk een muntje te vinden. Hij glimlacht tevreden naar ons, stopt het muntje in zijn zak en vervolgd zijn weg. Meerdere keren passeert hij, hetzelfde stukje strand, op zoek naar niets, maar wel zoekende.
Als we vijf minuten liggen verschijnt er een Aziatische man, afgedragen pak, overhemd en rolkoffer. Een recht spoor van de twee wieltjes naar de vlaggenmast met de rode vlag. Licht bezweet staat hij naast zijn rolcontainer. Hij belt, wacht, twee uur lang. Het is een vreemde locatie, wacht hij op zijn grote liefde, is het een geheime rendezvouz. Hij legt zijn zakdoek op het zand om te gaan zitten, maar het waait te hard en hij is te bang voor het zand in zijn kleding. Hij wacht, belt, kijkt om zich heen. Hij lijkt op een naakte man midden in een winkelstraat, verkeerde kleding op het verkeerde moment. Na het wachten sleept hij zijn rolcontainer weer naar de weg zijn schouders lijken lager te hangen.
Een stukje verder zit de strandwacht, in een hokje boven het strand te waken over ons. Ik dacht dat het idee altijd was dat je gewoon de zee in kan, niet te diep en dat de strandwacht dat bewaakte. Kijken of het goed gaat met iedereen in het water. Maar hier hebben ze de manier gevonden om niet te hoeven te kijken, gewoon verbieden dat je het water ingaat. Kinderen of volwassenen met natte voeten worden direct teruggefloten. Het water is gewoon verboden. Een soort verkeerspolitie welk verbiedt auto of fiets te rijden. En dan gebeurt er ook geen ongelukken. Dat nog nooit iemand daar eerder is opgekomen is wel vreemd. Verder rijden ze rond, niet om uit te leggen waarom het water verboden is maar om op hun fluitjes mensen terug te roepen van het water.
En iedereen luistert naar ze – behalve de atleten van de Iron Man.
Honderd meter verder als waar we liggen is de transitie plaats. De atleten gaan morgen voor de Bur Al Arab te water voor een 4 kilometer zwem, in het water waar wij niet eens ons voet in mogen stoppen omdat het te gevaarlijk is. Daarna stappen ze hier op de fiets voor 180 kilometer over strak asfalt te fietsen (twee rondes van negentig kilometer) en uiteindelijk nog een marathon langs het strand. De atleten komen nu aan, zetten hun fietsen in het transitie gebied, startnummer erop om morgen te pakken. Daarna kleden ze zich om in hun wetsuit om even paar kilometer in de zee, met hoge golven, te zwemmen.
Met een wetsuit mag je de zee in, zonder wordt je teruggefloten. Daar is de strandwacht mee bezig.
Na een paar uur zijn we moe van het kijken, en licht verbrand. Tijd om terug te gaan naar ons Appartement-Hotel, aan het zwembad in de schaduw nog even te rusten. Hier gebeurt helemaal niets en dat is wel zo relaxed. Daarna de dag te eindigen zoals het hoort na een stranddag, koud bier en wijn, pubfood en de huid insmeren.
Eigenlijk heeft dit niets met Dubai te maken, het kan overal zijn. Maar dat was het niet, en waar wachtte de rolcontainer nu op?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley