Mumbai, drie gezichten in 24 uur
Door: JoepJ
25 Oktober 2018 | India, Bombay
Een nors kijkende immigratie beamte verteld ons dat we bij het verkeerde loket staan. Voor buitenlanders met een e-visum moeten we door naar loket 54 en verder. Dus sluiten we daar weer netjes achterin de rij aan. En als we door de rij heen zijn en bij een volgende ambtenaar staan blijkt dat we eerst een formulier moeten invullen. Dus vullen we een formulier in en sluiten weer aan. Bij de derde poging wordt onze aanvraag om het land in te komen eindelijk in behandeling genomen.
Maar in dit document staat volgens de medewerker een verkeerd vluchtnummer van onze aankomst vlucht. Van codesharing heeft ze nog nooit gehoord ze willen het vluchtnummer van Jer Airways zien, het KLM nummer is verkeerd. Dus vullen we het formulier nog een keer in en sluiten weer aan. Vanachter het loket wordt daarna de door ons thuis ingediende, goedgekeurde en uitgeprinte e-visum eindelijk bestudeerd.
Het aanvragen van dit document, twee weken geleden, was minimaal vier uur werk. Niet alleen werden de meeste vreemde en privacy gevoelige vragen gesteld, zoals religie, maar ook de geboorteplaats, beroep, woonplaats en nationaliteit van je ouders. Of welke landen je de afgelopen tien jaar bezocht hebt en welke plaatsen je allemaal gaat bezoeken in India. Zelfs een vraag of je naam of geslacht ooit gewijzigd was ontbreekt niet. Totaal een enquette van een hondertal vragen, waarbij de website regelmatig bij een te lange opzoektijd stopt. En dan iedere keer weer beginnen in een leeg formulier, bladzijde een, vraag een. Na het invullen, betalen en uploaden van een kopie van het paspoort en een recente gezichtsfoto - met een witte achtegrond op een meter afstand genomen – kregen we twee dagen later een officieel visum. Maar dat blijkt niet genoeg te zijn.
Na wederom een foto, het afnemen van vingerafdrukken, tientallen vragen stellen in een compleet nieuwe variant van de engelse taal wordt eindelijk een stempel in het paspoort gezet. Deze wordt daarna op de balie gelegd met een autoritaire houding. Zonder uitleg, vriendelijk woord of zelfs zonder je aan te kijken. Het eerste gezicht van India is duidelijk, de macht van de bureaucratie heerst.
Na een bloedstollende rit over de lege wegen door een nachtelijk Mumbai komen we aan bij ons Hotel. Hier ontmoeten we het tweede gezicht. Om een uur s’nachts worden we ontvangen als het prinselijk paar. De receptie neemt ons mee naar een bureau, vrijwel zonder formaliteiten worden we welkom geheten. Met een kralen ketting en rode stip op ons voorhoofd worden we naar onze kamer geleid, vijf minuten later volgt de bagage en als we de kamer aan het ontdekken zijn verschijnt de butler. Die mogen we 24 uur per dag bellen en zal alles regelen. En omdat we toch wel honger hebben begeleid hij ons direct naar het restaurant.
En iedereen, totaal wel tien medewerkers van het verder op dit uur verlate hotel, behandelen ons als godenzonen en dochters. Er wordt geknikt, maar veel belangrijker gepraat, contact gemaakt, glimlachen en echt aandacht gegeven aan een gast, midden in de nacht in een uitgestorven Hotel.. Het lijkt bijna onderdanig maar dat is het niet. Het voelt alsof je als bezoeker in de watten mag worden gelegd, alsof het je wordt gegund, of dit hun taak is. Beleefd, niet opdringerig, eigenlijk heel natuurlijk. Een koloniaal gevoel.
En dan na een kort nacht, eindelijk de straat op. De drukte, chaos, toeterend verkeer en natuurlijk de warmte. We lopen eerst naar de “Gateway to India”. Tegenover het hotel, een door de engelse gebouwde poort uit 1911 om de aankomst van koning George V en Queen Mary te eren. Nu een monument waar iedereen langs moet. En dat zijn dan vooral de Indiaanse toeristen zelf. Mooi gekleed, hele families, sarongs, sieraden. En ook hier moet iedereen selfies maken of door fotografen, waarvan er tientallen rondlopen, vastgelegd worden. Daarnaast vertrekken er hiervandaan de bootjes naar “Elaphanta Island”, een rots in de baai met tempels in de grotten. Het is een chaotische drukte waar we vrijwel ongestoord door heen lopen. Alleen moet Jacq een aantal keer op de foto. Tussen de familie, of met de kinderen. Ze zijn trots om met ons op de foto te staan. Als een echte bekende filmster.
Na de poort slingeren we doelloos, zonder kaart, door de buurt. Niet alleen de grote winkelstraten, maar ook de straatjes in de woonwijken, of meer vervallen smalle steegjes, met marktstalletjes, kippen, geiten, groente en vis. Overal werkzaamheden van fietsenmaker, mobieltjes of magnatron reparatie. En mensen aan de kant of in de openstaande deuren van hun huizen welke niets doen. Door de straatjes scheuren de brommers, karren en is het kleurrijk van de mensen. De Albert Cuypmarkt maar dan in een smal stinkend straatje met dertig graden celcius. Waar de huizen op instorten staan, ongeschilderd of de oorspronkelijke kleur is nog net te zien in de laatste verf restanten.
Het zweet laat een spoor achter ons. Maar niemand valt ons lastig. We lopen zonder problemen.
Het derde gezicht is de eerste blik op het leven van de bevolking. Het is druk, iedereen is bezig maar we lijken hier gewoon een onderdeel te zijn van hun omgeving. En dat is wel een mooi gezicht voor ons. We zijn vierentwintig uur van huis en hebben drie gezichten gezien van India. De macht van de burocratie, het koloniale verleden en een eerste begin van de bevolking.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley