Namibië, Spitzkoppe | Zeehonden kolonie
Door: JoepJ
20 Maart 2022 | Namibië, Swakopmund
Namibië, Spitzkoppe | Zeehonden kolonie
Tweehonderd vijftig duizend zeehonden bivakkeren op “Cape Cross”. Jaarlijks worden er ongeveer zestigduizend geboren. Het is een klif met rotsen honderdvijftig kilometer noord van Swakupmund. Hooguit een kilometer lang, rotsen en strand. De zeestroom vanaf Antarctica breng hier koud water vol plankton. Daardoor is dit gebied enorm visrijk. En zeehonden eten de kleinere visjes, haring of ansjovis, als ontbijt, lunch, diner en ieder tussenhapje ernaast. Het is een soort “all inclusive” resort aan het strand voor zeehonden.
Maar waarom ze dan allemaal juist hier, op deze rotsen, bij elkaar moeten liggen is onduidelijk.
De “Skeleton coast” is honderden misschien wel duizend kilometer lang. Van Zuid Afrika tot Angola is er een lang zandstrand. De Nederlandse kust en duinen verbleken hierbij tot een soort Madurodam. De koude Bengalen stroomt langs de hele kust. De kust is berucht om het grote aantal scheepswrakken, door het koude zeewater met de enorm warme lucht uit de woestijn is er hier altijd mist. En met de wind uit het zuidwesten drijf je, bij problemen, altijd naar de kust. Ook zijn er nog zandbanken voor de kust welke continue verplaatsen. Gevolg is enorm veel scheepswrakken, stalen. Maar ook houten uit de tijd van de zeilvaart. Verdwenen schepen en hun bemanningen. Want zelfs als je kust bereikt is er niets als vijftig kilometer diep duin, zonder water. Dus geen enkele redding.
Nu is er gewoon een weg langs de kust. Met zijwegen naar de kust. En daar staan dan de 4WD wagens en hun bewoners te vissen. Met enorme hengels vanaf de kust vissen. Achterin een kratje bier. En de vangst direct op het vuur. Topsport nummer één in Namibië. De temperatuur aan de kust een graad of achttien, twintig kilometer landinwaarts is het vijfendertig. Dus dat Namibiërs heerlijk genieten van een weekendje heerlijk frisse zeelucht, sportvissen en braai met bier dat is duidelijk. Wij gaan op vakantie naar de warmte hier rijden ze naar de koelte.
Maar dat verklaard niet waarom de zeehonden dit kleine stukje land claimen.
Wij vertrokken na een zeer uitgebreid ontbijt. Hadden een half uur nodig om onze camper zonder schade van de parkeerplaats te krijgen. Met exact twee centimeter ruimte aan alle kanten en tien pogingen lukt het. Daarna rijden we langs de kust. Een saaie asfaltweg. Aan beide zijden zand, wat lage bosjes en verder niets. Twee plaatsjes en een honderdtal 4WD met hengels welke ons passeren. Het is lelijk, de kust een paar kilometer naar links en rechts kilometers van hetzelfde.
Na honderdvijftig kilometer de zeehonden kolonie. Acht jaar terug stonden we hier helemaal alleen. Nu is er een klein dorpje, hotel en moeten we een entree kaartje kopen. En we zijn niet alleen, zeker vijf ander wagens. De zeehonden zaten achter een muurtje, nu liepen en sliepen ze overal. De mooie verhoogde houten wandel promenade is vervallen en ingenomen door de natuur. Zoals zo vaak als er geld verdient moet worden wordt het alleen maar slechter. Achterstallig onderhoud maar wel een entreeprijs. Personeel aan de kassa moet ook betaald worden.
Maar de kolonie was mooi. Jonge zeehondjes zuigend aan de moedertepel, of achter elkaar aan hollen, spelen. Grote mannen vechtend, zwemmend en slapen. Overal waar je kijkt, zeehonden en zeehonden en dan ook nog zeehonden. Ongelooflijk mooi spektakel.
Na een uur kijken, luisteren en ruiken naar vier voetbalstadions vol schreeuwende en stinkende zeehonden rijden we vijftig kilometer terug en dan bijna tweehonderd kilometer het land in. Het eerste stuk nog kale duinen, daarna licht glooiende heuvels. De laatste twintig kilometers nemen we een route die doodloopt op een hek wat niet open kan. Wel is er een zijpad, geen weg maar een soort karrenspoor. De vierwielaandrijving en stuurmanskunst hebben we volledig nodig. Er zitten nog net geen gaten in het dak als we eindelijk aankomen. En dan is er nog de onzekerheid of dit wel aankomt of dat we dezelfde weg terug moeten, omkeren op een karrepad.
We komen aan bij “Spitskoppe” een zogenaamde “Inselberg”. Vertaald een eilandberg en het is dus ook een berg midden in een vlakte. Niet in een berglandschap of in een gebergte maar meer een enorme rots, of meerdere rotsen midden in een glooiend landschap. Door deze enorme rotspartij is een gravelweg aangelegd met aan weerszijden campingplaatsen. De plek die wij kiezen is vlak tegen de grootste rots. De ingang is af te sluiten met een ketting. En we kunnen de weg, of andere kampeerders niet zien. Er is eigenlijk niets, een tentje met een latrine. Een vuilnisvat en een braai.
Alleen op de wereld, onder een rots van honderden meters hoog en een “Common Hornbill” in de boom. Die, om onduidelijke reden, onze auto gaat aanvallen. Vliegt tegen de zijruit, valt op de grond. Gaat terug naar zijn boom en valt op nieuw aan. Pas als we een handdoek over het raam doen stopt het.
De wereld zit vol vragen, een gekke vogel en zeehonden op een rots.
Spitzkoppe Community Camping, 20 maart 2022
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley