Namibië, Opuwo | (on) rustdag
Door: JoepJ
24 Maart 2022 | Namibië, Opuwo
Eindelijk krijgen we rust. Maar is dit dan dé plek ervoor?
Na vier dagen rijden hebben we een eindelijk een rustdag. Twee korte stukjes van rond de vier uur, die we combineerde met bezoeken aan grottekeningen. Maar ook twee dagen met een volle werkdag achter het stuur. Niet relaxed, een gladde asfaltweg, cruise control aan en iedere twee uur een wegrestaurant. Met op de radio de hele dag verkeersinformatie, dus ook zekerheid dat de weg nog berijdbaar is. Zelfs geen routeplanner die de weg wijst.
Vier dagen stof happen op half begaanbare gravelpaden, met een kaart op schoot zonder richtingborden en wegen die afgesloten kunnen zijn door een regenbui. Uitdagend maar ook vermoeiend, tijd voor rust en leegheid.
De dag begint, na een oude boterham met jam, met tanken en boodschappen in het plaatsje. We rijden het hek van de Lodge uit. De weg naar de hoofdweg van deze stad is een kilometer. Maar de krottenwijk begint direct aan de poort. Slingerend langs huisjes, kleiner als een doorsnee woonkamer, die kriskras op het zand langs de weg, en de ruimte erachter, zijn geplaatst. Dicht op elkaar, zonder enige structuur. Moeder met kind op haar schoot en een groepje jongentjes. De laatste rennen direct naar de auto met hun handen ophoudend.
Er zijn twee doorgaande wegen, althans wegen met asfalt voor auto’s, totaal misschien drie kilometer lang. Het trottoir ernaast ontbreekt grotendeels. Het tankstation is wel volledig betegeld en volledig strak. De tankbediende, zelf tanken doe je niet, is aardig en geduldig. En ook een nieuwe kracht aan het instrueren hoe het werkt. En op verzoek controleren ze ook de olie en de bandenspanning. Voor omgerekend één euro en vijf cent per liter tank ik honderd liter en kan weer duizend kilometer rijden.
We rijden door naar de Spar, vijftig meter verder. Zowel op de wegen als op de parkeerplek krioelt het van de mensen. Enorm veel jongeren, of eigenlijk kinderen, ronddolend. Maar ook vrouwen met kinderen bij kraampjes. Of lopend sieraden of andere waar verkopend. Mannen die verveeld rondhangen of zich overal mee bemoeien. En iedereen lijkt ons te zien als een lopende ATM. Openlijk bedelen, hand ophouden bij passeren. En een simpel nee, of niet reageren werkt niet. Ze gaan gewoon door. Achtervolgen ons.
Het is bedreigend, geaccepteerd sociaal gedrag om toeristen lastig te vallen om geld. En openlijk bedelen lijkt bijna een teken te zijn dat je erbij hoort. Natuurlijk zijn wij, in vergelijking met hun, stinkend rijk. En er is hier zeker armoede. Maar iets geven is door dit gedrag onmogelijk geworden. Want wie wel en wie niet, de grootste schreeuwer is waarschijnlijk diegene die het niet nodig heeft. En hoe reageert de rest als je er één wat geeft, waar moet je dan stoppen?
We vluchten naar de Lodge.
Als middag activiteit was het mogelijk om, met een gids, een bezoek te brengen aan een Himba nederzetting. Een nomadische stam welke hier nog voorkomt. Bezit is vooral de kudde en kennis van de natuur, planten en knollen welke eetbaar zijn of medicinaal zijn volgens de overleving. Nederzettingen worden gebouwd en als gebied niet vruchtbaar genoeg is dan trekken ze verder en laten alles achter. Als ze later terugkomen verwachten ze dat alles er nog is. Ze lopen vrijwel naakt, de huid ingesmeerd met modder ter bescherming. De vrouwen met veel sieraden en het haar in een soort dreadlocks.
Wij hebben er geen zin in. Niet omdat het niet interessant is om te weten hoe deze stammen overleefd hebben. Maar omdat er toch altijd iets hypocriets inzit, zeker als dit de belangrijkste toeristische attractie is. Kijken naar een toneelstukje over het verleden en niet naar de huidige problemen van de overgebleven stammen. Ook de Himba’s bedelen nu.
Wij relaxen. Krijgen direct huisdieren, een kat en ern hond, voor onze camper. Dineren bij de Lodge. Heerlijke linzen lasagna, kip met pesto en kaas. Een goede koude rosé en een tafelkleedje. Wat een luxe. De andere tafels allemaal vol met groepsreizen. Veel Duits maar ook zeven mannelijke zestigjarige Scandinaviërs op een extreme reis. We volgen de gesprekken en bekijken de groepsprocessen. De afstand tussen de stammencultuur en de rondreizende toerist is groot.
De nacht wordt om een uur of half vijf verstoord door geluiden. Of we denken geluiden te horen. Op het kampeer gedeelte zijn maar vijf van de twintig plekken bezet. Het is leeg en we staan ver uit elkaar. Wel zijn er op het gebied twee nachtwakers. Bewapend met zaklantaarn, walkietalkie en jachtgeweer. De eerste plek in Namibië waar we dit zien.
Om vijf uur weer geluid. Door ons raampje zien we een nachtwaker met zaklantaarn in de bosjes schijnen. Hij hoort ons en schijnt ook naar ons voordat hij zich omdraait en wegrent in de bosjes. Een kwartier later geluid onder onze wagen, de campinghond, een tak? Klaarwakker horen we ieder geluid en staren uit het raam. Een wagen scheurt over het terrein. Ver weg horen we een sirene. De nachtwaker zijn apparaat kraakt. Ieder geluid is een bedreiging. Opgesloten in een camper wachten op zonlicht.
Brak, na een korte nacht vertrekken we snel. De bewaker aan de poort controleert of we betaald hebben. Niet indringers zijn belangrijk maar niet betalende gasten lijkt het. En als alles goedgekeurd is door de administratie komt hij naar ons toe. Of wij hem kunnen helpen, hij heeft honger en houd zijn hand op. Wij rijden weg.
Opuwo lodge, 24 Maart 2022
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley