Bilbao - Vliegend tapijt
11 Juni 2013 | Spanje, Portugalete
Bovenlangs lopen, als toeristisch uitzichtpunt kan ook. Met een klein liftje in de poot van de brug om hoog, even wandelen, vrijwel alleen, op 50 meter hoogte, en onder je het vliegende tapijt. Geweldig uitzicht, de groene heuvels, de nieuwe haven bij de zee en de oude gebouwen de rivier op.
Toevallig gezien op een poster op de luchthaven, een minuut of twintig met de metro, door de heuvels, langs de rivier met verlopen industriële gebieden. Vroeger moet het hier vol gelegen hebben met schepen, kolen, erts, staalindustrie van noord-Spanje, maar de haven heeft zich verplaatst, van de rivier naar de zee. Nu een verlopen gebied, wachtend om ontdekt te worden als de docklands. Oude lege loodsen, langs kade, onbewoond.
En aan het einde van de rivier een schitterende wijk, mooie huizen langs de rivier, de monding in de zee, prachtige boulevards vol met groepjes mannen op bankjes, waarschijnlijk met zeemansverhalen. Steile straatjes omhoog naar een oude kerk en de brug, of pont, of gondel, hoe je het ook noemt, welke beide zijde verbindt. De moderne haven wat verder, maar de rivier is overal. Een monument aan het einde van de rivier waarin Neptunus de zee wordt ingeduwd. Een jachthaven, brede boulevards - maar geen echt strand.
De zon schijnt volop, het is een graad of 25, de straten zijn schoon, overal flanerende mensen. We sloffen wat rond, en genieten van de rust. Zelden zo een lief, rustig, haven plaatsje gezien. Overal terrasjes, vrijwel geen verkeer, mooie hoge gebouwen. We lunchen met een pixto en een wijntje, op een terrasje, in de zon ergens in een achteraf straatje, tussen wat kantoorpersoneel, ver van de toeristen. Het vakantiegevoel begint te komen.
Terug in Bilbao passen we ons aan. Houden een uurtje siësta. Rustig op de kamer, om daarna weer wat rond te slenteren in de oude wijk rond ons hotel. Nu druk, alle winkels open, op de straathoek muzikanten. Gezellig, geen verkeer, leuke winkeltjes, klein en geen grote winkelketens. De visboer, groenteboer, bakker en kleine supermarktjes afgewisseld met kleding, schoenen. Op de straathoek wat Afrikaanse verkopers en een paar bedelaars. Op straat vooral veel bewoners, laten hun hondjes uit, praten met elkaar, veel begroetingen op straat. Gemoedelijk sfeertje. Leuke kleine hondjes, teckeltjes welke spelen terwijl de baasjes in druk gesprek een wijntje drinken.
De bewoners, gewoon, beetje saai gekleed, wat ouder, echte jongeren ontbreken, geen excentrieke kleding. Het is duidelijk een arbeiders stad, een industriestad en een beetje in verval. Geen dure pakken en hoge hakken van de dienstverlening of de hanenkammen van de punkers, nee donkere, slecht zittende kleding. Smalle straatjes, maar aan het einde altijd weer de rivier, met grote kerken, een schitterend mooi treinstation, brede bruggen.
Daarom, morgen de stap naar de grote Cultuur - het verplichte nummer - Guggenheim museum, met schilderen van de grote der aarde. Lijkt eigenlijk misplaatst in deze stad, van arbeiders, fabrieken, tussen de groene heuvels en langs de rivier.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley