Spitzkoppe - Etosha
26 Mei 2016 | Namibië, Grootfontein
Bij binnenrijden van Etosha werden we vrijwel direct begroet door een groepje olifanten, een moeder met een kleintje wat net kon lopen. Even verderop een paar giraffen welke van hoogte op ons neerkijken. We werden beloond voor een lange saaie autorit. Rijden in Namibië is normaal geweldig, onvergelijkbaar met rondrijden in Nederland, gravel wegen, kaal, leeg, afwisselend woestijngebied, eindeloze duinen, lage bosjes en bergpassen. Raam open, zonder echte haast genieten van de omgeving.
Maar vandaag, na een ontbijt in het restaurant van de camping, een pannenkoek gevuld met gehakt, en koffie uit een koffiezakje - net als een theezakje - hangend in een kopje heet water. Bij een buiten temperatuur rond de nul graden, eenzaam, op een terras, omdat het helemaal niet mogelijk is om binnen te zitten. Kortom een ontbijt om niet over naar huis te schrijven, hebben we een saaie rit voor de boeg, vierhonderd kilometer asfalt.
Een strakke potloodlijn door het land, getrokken door wegenbouwers. Kaarsrecht over heuvels, steeds een paar kilometer omhoog, een soort top, daar na weer een paar kilometer omlaag, een soort dal. Niet steil, terugschakelen is niet nodig.
Twee stroken asfalt, een onderbroken witte middenstreep, en een gele streep aan de rand. Om de tien kilometer een bordje met de afstand naar de volgende stad, en regelmatig een parkeerplaatsje om even te rusten. Of eigenlijk meer een blauwwitte afval ton, onder een boom, op een klein stukje asfalt langs de weg. Naast het asfalt, aan beide zijde, een meter of vijftig gras, geel verdord gras, stro, verdord of gewoon stenen en zand. Daar na een hek, achter het hek, bosjes, struiken, zand en rotsen. Ooit frisgroen geweest maar door de droogte bruin, geel, donkergroen. Geen beest te zien.
In de hele rit zitten maar twee stadjes, tussen de stadjes het asfalt. Eigenlijk slaapverwekkend, maar het wordt echt wel spannend als je bij een etappe van 240 kilometer er na honderd kilometer achter komt dat de brandstofmeter wel erg dicht bij de letter “E” van leeg begint te komen. Nog een paar streepjes en iedere tien kilometer is te zien dat de meter sneller zakt, te snel. Deze camper heeft een tank van zeventig liter en twee jerrycans van vijfentwintig liter als reserve. Maar die laatste zijn nog niet gevuld.
De meter daalt, de afstand krimpt. Maar welke het eerste op nul uitkomt is onduidelijk. De spanning stijgt. De Airconditioning gaat uit, de snelheid zakt naar onder de tachtig, alles om nog een litertje diesel te besparen. Als de meter bijna beneden is springt het lampje aan. De laatste vijf liter, met nog veertig kilometer, zou moeten kunnen. Maar het blijft spannend, zeker als bet benzinestation een stuk de stad in ligt, maar we redden het.
Met volle tank, en jerrycans, rijden we twee uur later, na ook de laatste boodschappen gedaan te hebben, Etosha in. Een natuurpark met een omvang gelijk aan Nederland. Een enorm gebied, een groot opgedroogd meer (pan), groter als het IJsselmeer, in het midden en daaromheen rots, zand en bossen. In het park zijn er een groot aantal natuurlijke waterbronnen, waar zelfs in maanden zonder regen, water blijft. Hierdoor stikt het in dit gebied met wild, in alle soorten en maten. En direct na de formaliteiten, en op weg over het laatste stuk asfalt naar de campingsite, passeren we de olifanten, druk bezig bomen en bosjes kaal te vreten.
Een mooi onthaal, voor de vermoeide reiziger, bezweet van de angst om zonder brandstof zijn doel niet te halen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley