Botswana: Speed control
06 Juni 2016 | Botswana, Nata
Halverwege tussen Katana en Nata ligt een dorp, eigenlijk is het geen dorp maar een paar nederzettingen en een graansilo langs de weg. Bij de graansilo een aantal vrachtwagens, roadtrains van twee opleggers achter elkaar. In het midden natuurlijk een splitsing naar wat huisjes aan beide kanten. En een stukje van de weg staat een zender – straal mast. Verder helemaal niets, de naam van het dorp is ook absoluut niet noemenswaardig.
Verder is er niets, geen reclame borden, vrijwel geen mensen op straat. Geen stoep of enig ander straatmeubilair, grijs zand en stenen. De hele weg, tot nu toe, maar zoals later ook zal blijken verder op, is enorm saai. Twee banen asfalt, dorre grasstrook met wat bosjes aan iedere zijde, en daarna een bosachtige omgeving. Niet een echt groen hoge bomen bos, maar een laag verdord bos. Af en toe een bord dat je moet uitkijken voor olifanten, maar eigenlijk zien we niets. Het zijn de randen van een groot natuurgebied, maar de dieren tonen zich niet langs de weg.
Af en toe wordt het natuurgebied onderbroken door een grootschalig landbouwproject. Kilometers met maïs, zonnebloem of aardappelachtige plantjes. Niet de mooie volle afwisselende akkers van West Europa. Maar kilometers hetzelfde, ver uit elkaar en half verdorde planten, niet geel maar half bruin, grauw. Er zal zeker een irrigatiesysteem zijn, met pompen naar bodemwater maar de zon is hier zo sterk dat het geen strakke velden oplevert. De maïskolven zijn klein, bijna niet te zien tussen de verdorde bladen. De zonnebloemen hangen naar beneden en zijn niet gericht op de zon. Zoals normaal.
Er rijd wel een dorstmachine machine door het veld, en er staan borden van de overheid en subsidiegevers van internationale instanties. Dus het zal wel goed bedacht zijn en ook moeten werken. Maar dit soort monocultuur levert zeker geen werk op voor het volk, is meestal slecht voor de grond en zeker als het er zo treurig uit ziet als hier is het eigenlijk deprimerend en kan je het ergste vrezen. De opbrengst zal marginaal zijn.
De enige onderbreking van dit saaie landschap, lage half verdorde bosjes, een paar monocultuur akkerbouw projecten en een strakke rechte asfaltweg in deze rit van tweehonderdvijftig is dit ene dorpje. En eigenlijk zou je niet eens herkennen dat het een dorpje is als er niet eerst een snelheidsbord van maximaal tachtig en daarna zestig kilometer per uur zou staan. Verder lopen er een paar mensen. En zodra we die voorbij zijn neemt de druk op het gaspedaal toe, de grootste en enige onderbreking van deze saaie tocht is alweer voorbij.
Een kilometer voorbij het dorp staan links twee motorrijders stil, ze hadden ons een paar kilometer voor het dorp gepasseerd. Er tussen blijkt een politieagent met een laserapparaat te staan, maar dat zien we te laat en wij moeten dus ook stoppen. De gemeten snelheid bleek eenenzeventig kilometer per uur te zijn, de motorrijders reden al weer gewoon negentig. Het dorp is voorbij, de snelheid kon weer naar de kruissnelheid toe. Alleen bleek het bord waarop honderdtwintig als maximum stond pas onder de volgende boom, honderd meter voorbij de motoragent te staan. We waren schuldig, ook al was de opstelling, na het dorp, in een bocht op een kale weg zonder enig gevaar meer een “trap” dan een serieuze poging om gevaar te verminderen. We kregen van de agent een briefje met onze snelheid en kenteken erop geschreven en werden verwezen naar een auto welke een stukje verder stond, uit zicht, in de schaduw.
Bij naderen vertelde de motorrijders, welke er al waren, ons dat de agent in de auto, duidelijk een superieure officier, niet in staat was een reçu te leveren voor de te betalen bekeuring. En zonder een reçu gaan we niet betalen. Dus de vraag was eigenlijk aan de officier hoe hij ervoor kon zorgen dat we een bewijs van betaling zouden kunnen krijgen.
“i want to make sure that the money we pay will contribute to the people of Botswana”
“Than you have to drive back, and pay at the office”
“Ok, can you tell us where the office is”
“Two kilometers back, right, behind the first building is the office, and me I have your driver license”
Verder gebeurde er niets, we stonden met zijn allen te wachten op een bekeuring met een bedrag. Een derde auto werd aangehouden en was er ook bijkomen staan. Wij waren ondertussen een beetje in gesprek gekomen. Een groepje wat bij deur van de wagen staat, de officier alleen, in zijn auto. Het machtsevenwicht begon te kantelen, met zijn dikke buik, strepen op zijn gestreken overhemd was zijn gezag weg.
“I have to tell you that the roads in Botswana are very dangerous, especially for foreigners. You are not used to drive on these roads so you must NOT drive to fast. Also fines are very high. But I will treat this as a warning and if you promise to keep your speed under control I well let you go”.
Wij beloofde nederig ons goede gedrag, kregen ons rijbewijs terug en reden vlak na de motorrijders weg. Tien kilometer later passeerde we ze weer, ze stonden stil langs de weg. Wij stopte, een motor was ermee gestopt, zomaar ineens. Of wij toevallig monteurs zijn, niet echt. Jammer dan moeten we zelf gaan sleutelen zeiden ze. Met een enorm schuldgevoel rijden we verder, in de achteruitkijkspiegel konden we ze nog lang zien, hopelijk hebben ze het kunnen maken, het was nog honderd kilometer naar Nata.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley