Pelgrim in een auto
Door: JoepJ
04 September 2024 | Spanje, Santiago de Compostela
De eerste kilometers gaan over de snelweg. Alleen is die bijna niet te zien door de regen en de laaghangende wolken tussen de heuvels, waar we doorheen rijden. Het is beestenweer, stormvlagen, donkere grijze lucht met bakken water die eruit vallen. In Nederland was er met dit weer zeker een code rood afgegeven. Met het dringende advies om niet de weg op te gaan en vooral thuis te blijven, wat met een camperreis natuurlijk onmogelijk is.
Misschien dat ze hier ook codes en waarschuwingssystemen hebben, maar als je niet naar de lokale radio luistert of naar de televisie kijkt dan weet je het niet. En als we wel het hadden gehoord hadden we het zeker niet begrepen. Na een aantal kilometers lag er een vrachtwagen op zijn zijkant in de berm. En daarna waren er wegwerkzaamheden waardoor de snelweg over twaalf kilometer afgesloten was en we dus in een lange rij, oftewel file, door dorpjes over de oude weg moesten rijden.
We verlaten de snelweg naar Santiago de Compostela, om in ons verwarmde en waterdichte busje, vanaf Sarria de laatste kilometers van de ‘pelgrimstocht’ te volgen. De route loopt daar deels langs de weg en door dezelfde dorpen als de wandelaars. Het is niet uit leedvermaak dat we deze route nemen, maar meer uit nieuwsgierigheid. Van deze plaats is het nog honderd kilometer en dat is de minimale afstand om een certificaat te krijgen. Bijna een derde van de deelnemers loopt deze afstand, een soort vierdaagse van dertig kilometer per dag. Het grootste deel, bijna vijftig procent, loopt vanaf Zuid-Frankrijk, achthonderd kilometer, ongeveer dertig dagen lopen. Maar er zijn ook andere beginpunten in Portugal of Spanje. Per jaar registreren rond de 5.000 Nederlanders zich als pelgrim. Het aantal mensen wat echt in Nederland start, is maar een paar honderd, maar dat is ook 100 dagen werk.
De reden van deze pelgrimtochten is dat het in het jaar 1.100 niet meer mogelijk was om naar Jeruzalem of Rome te lopen. En onder de Cathedral van Santiago de Compostela schijnen er, volgens een parabel de botten van Jacobus, een van de apostels, te liggen. Hij was met een boot vanuit Jeruzalem hiernaartoe gekomen om het verhaal van Jezus in Spanje te vertellen. Later is hij weer teruggevaren, maar zijn botten zouden hier door zijn volgelingen later begraven zijn. Dus lopen nu ruim vierhonderdduizend mensen ieder jaar hiernaartoe.
In de regenbuien zien we alleen maar regenjassen en vuilniszakken met benen eronder, met wandelstokken ernaast, zich traag voortbewegen over het wandelpad naast de weg. Het blijft een vreemde soort van zelfkastijding, zonder enig nut, om hier nu te lopen.
Als we aankomen vallen de eerste gaten in het wolkendek, de regen stopt. Omdat we ons voorgenomen hadden om ons wat meer aan te passen aan het Spaanse ritme gaan we direct op zoek in de stad naar een restaurant voor een late lunch. We lopen drie kilometer om in een klein wijn restaurantje wat kaas kroketjes, een zalm/bacon stick met een glas goede wijn te nemen. Het was een eerste poging om ons aan te passen aan het lokale ritme. We zaten bezweet van de wandeling, in een vrijwel leeg restaurant, het was zelfs voor Spaanse begrippen wat laat voor de lunch.
Gelukkig zijn er liftjes in de stad, zodat we niet ieder klimmetje hoeven op te lopen.
Santiago de Compostela, 2 september 2024
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley